Skip to main content

Raymond Billen van de krant het Nieuwsblad bracht het oorlogsdagboek uit WO I van soldaat Arthème Decoster uit Glabbeek-Zuurbemde met verschillende artikels 100 jaar later opnieuw in de kijker. Arthème Decoster, vader van de latere Glabbeekse burgemeester Arseen, was in 1915 via het Kempense Dessel bij de naar Nederland gevluchte Glabbeekse notaris Mertens in Goirle belandt. Vanuit Nederland ging het naar Hull (Engeland) en Cherbourg (Frankrijk). Op 24 maart 1915 begon hij zijn dagboek als oorlogsvrijwilliger in het Belgische Leger. Hieronder een overzicht van alle artikels die bij het Nieuwsblad verschenen zijn.

Aan het front in juni 1917

Artheme als soldaatVanaf oktober lag hij aan het front. Zo ook in juni 1917. Tegen het eind van die maand trok de compagnie zich uit Boezinge terug voor een pauze. Ze mochten een bad nemen in Elzendamme. Op 30 juni stond Decoster alweer op wacht, tegen gevreesde gasaanvallen, in de eerste linie. Het voorbije weekeinde stond in het teken van de herdenking van de Slag van Passendale (1917). In die periode, nu honderd jaar geleden, schreef Arthème Decoster uit Glabbeek, elders aan het IJzerfront, in zijn dagboek.

Hoe verliep die maand juli honderd jaar geleden?

1 juli: Zondag. 's Nachts wordt er een Duitse aanval aangekondigd. Een Duitsers doodt een soldaat van ons tweede peloton met revolverschoten. Wanneer ik 's avonds weerom keer van de bevoorrading, kwetst een obus vier manschappen.

2 juli: 's Nachts vallen de Duitsers opnieuw aan. Alerte in de tweede en derde lijn.

3 juli: Omstreeks 3 uur. Duitse aanval. Ze gelukken erin een noodbrug te leggen over de Ieperlee, maar worden zonder verwijl teruggeslagen. 's Namiddags rond 5 uur vliegen vier van onze soldaten de lucht in bij het afvuren van een kanon bij de dijk. Het derde peloton komt ons aflossen. We zijn nauwelijks in onze bunkers of het is opnieuw alerte.

4 juli: 's Morgens beschieten de Duitsers de derde lijn, om de schuilhoeken van de mitrailleurs te treffen. 's Avonds komt het 20ste Linie ons vervangen. Om 2 uur zijn we bij de Belgische Leeuw en daar wordt het eten gedeeld.

5 juli: Om 4 uur vertrekken we in Franse auto's naar de achterhoede langs Oost- en West-Vleteren, Crombeke, Roesbrugge e, Hondschote waar we legeren in een hoeve. 

6 juli: Om 9 uur verzamelen. We vertrekken voor een tocht van 35 kilometer. Te Bourbourg waar we aanlanden om 19uur krijgen we onderdak in een pachthof.

7 juli: 's Middags trekken we verder naa Grevelingen, tien kilometer van Bourbourg. De tweede sectie is gehuisvest in het station. We blijbven te Grevelingen tot 10 september dan vertrekt het regiment naar Sint-Tricat, vijf kilometer van Calais, waar  we zullen verblijven tot 15 oktober.

Bron: Het Nieuwsblad Glabbeek online 3/7/17

Naar Schotland in oktober 1917

In oktober 1917, nu honderd jaar geleden, vulde Arthème De Coster uit Glabbeek zijn oorlogsdagboek aan. In juli had de eenheid van De Coster flink onder vuur gelegen. Er vallen doden en gewonden. Maar in september mocht de groep uitrusten in Grevelingen en in Tricar, nabij Calais. Op 16 oktober brengt De Coster de nacht door in het gemeentehuis van Calais. De dag nadien mag hij met verlof in Schotland. Hij komt zeeziek aan in Folkstone: "Door het duivels geslinger." Via Londen komt hij op de 19de per trein toe in Glasgow. Arthème De Coster noteert: "In het station Cachacan nemen we de trein voor Perth waar we aankomen om 11u40. Mijn oom heeft me liefderijk ontvangen en van de 18de tot de 28ste oktober heb ik daar mijn verlof op de aangenaamste wijze doorgebracht."

"Op 28 oktober om 15uur gaat de trein naar Londen en om 6uur 's morgens kom ik aan in het station Euston om 7u30. Via de metro gaat het naar Victoriastation. Vandaar gaat de trein om 7u30 naar Folkstone. Op 29 oktober blijkt de boot net vertrokken. In het plaatselijk militair bureel laten we onze verlofpas in orde brengen. We logeren bij particulieren. De boot gaat de zee op daags nadien om 9uur. Hij brengt ons in vier uur naar Calais. De zee is woest. Te voet gaan we naar Marck we ons bij de compagnie voegen. Juist bij aankomst vertrekken ze naar de kustwacht." In de loop van november zullen we De Coster opnieuw in de frontlinie vinden, in bunkers die net op de Duitsers zijn veroverd.

Bron Het Nieuwsblad online 3/10/17

Opnieuw naar het front in november 1917

Artheme als korporaalArthème Decoster uit Zuurbemde noteerde vanaf voorjaar 1915 zijn belevenissen aan het front in de Westhoek en Noord-Frankrijk. Zijn relaas over dat ene aspect van de Eerste Wereldoorlog is aangeland in november 1917. In juli had hij onder Duits vuur gelegen. In oktober mocht hij twee weken recupereren in Schotland.   Op 1 november landt hij opnieuw in het Franse Marck. Tot 13 november:  

13 november: om 7 uur vertrekken we langs Oye, Gravelinnes, Les Huttes, Loon-PLage en Mardië, waar we aankomen om 16uur. We hadden dertig kilometer afgelegd. 

14 november: 9u. vertrek. We marcheren langs Slijcke, Winoksbergen en Warrem waar we in een boerderij legeren.

17 november: Het bataljon vertrekt van Warrem, langs Hondschote, Leisele, Abeele, Gijverinkhove, Hoogstade en Pollinkhove waarwe in een pachthof belanden. 

18 november: Zondag ga ik naar de mis in Pollinkhove.

19 november: Ik bezoek Petrus Mathues, die ziekenveropleger is in het hospitaal te Hoogstade. 

20 november: Om 14uur vertrekken we naar de gevechtslinie te Luigem voor zes dagen. We bezetten Duitse stellingen die zijn veroverd gedurende het offensief van de Vlaanderen. Ze zijn met geweldige bunkers uitgerust.

21 november: Aan de Drie Grachten (nvdr. op de Ieperlee) verzorg ik de koffiebedeling. De compagnie blijft tot 23 november. 

23 november: We trekken naar de voorste lijnen, voor drie dagen. Ik betrek post vier.

26 november: 's Avonds worden we afgelost door een afdeling van het 20ste Linie. We keren terug over de brug van Knokke (Lo) en gaan dan langs Lo naar Pollinkhove in een hoeve.

28 november: Opstaan om 3 uur. De compagnie vertrekt langs Pollinkhove, Lo, Reninge, Noordschote, en Grié naar Grachten, waar we worden tewerkgesteld. Ons zwaar geschut geeft de Duitsers de volle laag. Tot 5 december blijven we daar bedrijvig. Die maand zal hij nieuwjaar doorbrengen in een obuskrater. "Het vijfde oorlogsjaar is ingeluid." 

Bron Het Nieuwsblad online 4/11/17  

Geen feestdagen in december 1917  

Decoster, de Glabbeekse vrijwilliger aan het IJzerfront, vult vanaf 5 december opnieuw zijn oorlogsdagboek aan.

5 december: We keren terug van Grachten. Ons geschut gaf de Duitsers de volle laag. Op de middag gaat ons bataljon langs Linde, Oostvleteren, naar de Belgische Leeuw waar we al arbeidend de nacht doorbrengen.

9 december: We vertrekken voor zes dagen naar de loopgrachten van Bikschote. We marcheren langs Pipegale, Zuidschote en Steenstrate. We trekken voor drie dagen de wacht op en overnachten met dertig in een bunker. Gans de streek is met obusgaten doorploegd tijdens het Vlaanderenoffensief.

12 december: We verhuizen voor drie dagen naar de voorhoede en bezetten de Honiréhoeve.

15 december: Te Bixschote worden we beschoten door na een aflossing. Het bataljon vertrekt per tram langs Elverdinge, Woesten, Belgische Leeuw, Oost-Vleteren, Linde en Beveren naar Stavele waar we in barakken onze intrek nemen. 't Is één uur in de morgen.

16 december: We verblijven daar acht dagen en vier daarvan gaan we per tram aan het front werken. Het is bar koud en we bevriezen bijna tijdens die verplaatsing. 

24 december: 's Middags vertrekken we uit Stavele met bestemming Pipegale. Van de drie dagen dat we daar verblijven, gaan we twee dagen arbeiden naar de voorlijnen.

27 december: Om 15uur breken we op voor zes dagen stellingen. Ons peloton trekt voor drie dagen de wacht op bij de plaats Frappa. Gedurende de nacht versjouwen we ijzeren platen van de "twee zoldervenstershoeve" naar het Honorépachthof, langs de Uilenboerderij.

30 december: De compagnie schuift voor drie dagen naar de gevarenzone. We nestelen ons gevieren in 'n schuilplaats, gebouwd in een obuskrater en verblijven daar tot 1 januari 1918. Het vijfde oorlogsjaar is ingeluid.

Bron Het Nieuwsblad online 1/12/17  

Aan het front in april 1918

ArthemeArthème De Coster (1895 - 1982) uit Zuurbemde liet een dagboek na van zijn jaren aan het IJzerfront in de Eerste Wereldoorlog.  Met de lektuur van het dagboek zijn we in april 1918 aangeland. De weken voordien had de compagnie van Decooster de Britten afgelost in het bos van Houthulst. De Glabbeeknaar bezette er post 13 tot Paasdag 31 maart.  

1 april: Die dag blijven we bij de Victorypost en zorgen er voor de aardappelkarwei. 

2 april: Met ons peloton in de Papegoedboerderij. 's Avonds trekken we vooruit en ik sta schildwacht  aan post 9.

3 april: Om 22uur worden we afgelost door de 1ste compagnie. We trekken ons voor wee dagen terug op de rechteroever van de Ieperlee.

5 april: We keren voor vier dagen terug naar de vuurlinie en bezetten elke dag een andere post.

9 april: Het bataljon wordt ontzet door het 8ste Linie. We gaan naar Boesinghe in barakken. 

13 april: De hele dag brengen we door op het Lancierhof als weerstandsgroep. 's Avonds komt het 13de ons vervangen. We vertrekken langs Boesinghe, Woesten, Belgishe Leeuw, Eickhoek en West-Vleteren naar het kamp in Norjon (Noyon?).

17 april: We verlaten het kamp. De vierde divisie dient een Britse te vervangen. Ons bataljon blijft bij de Ieperlee, links van de stad Ieper om in noodgeval bij te springen. Die dag wagen de Duitsers een uitval maar bij een tegenaanval maken de Belgen 700 krijgsgevangenen. Wij blijven voorlopig ter plaatse.

21 april: We vertrekken als voorwacht naar Pittem. 

25 april: Naar de voorlijn voor drie dagen. De Duitsers beschieten geweldig onze stellingen te Langemark. We betreuren in onze compagnie die dagen vier doden en verschillende gewonden.

29 april: Ik draag mijn gewonde kameraad Jozef Van Hemelen naar de hulppost. Het bataljon gaat op rust in een kamp nabij Vlamertinghe. 

Bron Het Nieuwsblad online 8/4/18

Onder Duits geschut in mei 2018

ArthemeDe krant het Nieuwsblad zet 100 jaar later het dagboek van soldaat Arthème Decoster uit Glabbeek-Zuurbemde met verschillende artikels in de kijker.

Arthème Decoster schreef in mei 1918 het laatste hoofdstuk in zijn oorlogsdagboek. Daarna stopt het handschrift. In april 1918 had de Glabbeekse vrijwiliger aan het IJzerfront  onder vuur aan de Ieperlee. Zijn compagnie betreurt op een dag vier doden en vele gewonden. Decoster draagt een kameraad naar de hulppost. Eind april gaat hij op rust nabij Vlamertinge. Dan breekt 1 mei aan.

1 mei: Het bataljon gaat als voorwacht voor drie dagen terug naar de Ieperlee. We werken voort aan het kanaal, links van de spoorweg Ieper-Torhout.

4 mei: Voor drie dagen naar de vuurlijn. Ons peloton staat onmiddellijk de wacht in de eerste lijn.

7 mei: Vanaf de derde versterkingen trekken we langs track A, Boesinghe, Elverdinghe, naar De Wippe (Woesten), waar we drie dagen zullen vertoeven.

10 mei: Voor drie dagen op de voorwacht bij de Ieperlee.

13 mei: Het 19de Linie lost ons af. Ons regiment krijgt een week verlof in Sint-Sixte, waar we onderdak vinden in de barakken van het Engelse Rode Kruis.

19 mei: Het regiment vertrekt per tram, voor drie dagen naar de loopgraven. We zijn met de Britse troepen in verbinding. 

22 mei: Het eerste bataljon vervangt ons. We trekken ons voor vier dagen terug tot bij De Wippe waar we zes verkenningsballons door een Duits vliegtuig zien neerhalen. 

26 mei: We trekken nogmaals voor twee dagen als voorwacht naar de Ieperlee.

28 mei: Het 7de Linie van het 2DA komt in onze plaats. Onze divisie krijgt een rustkuur. Op alles voorbereid blijven we nog twee dagen in onze barakken van De Wippe. 

30 mei: Ons bataljon vertrekt per tram naar Krombeke. Daar, in het kamp van Norjon, worden we zodanig bestookt door het Duits geschut, dat we dienen te verhuizen. We zoeken onderdak in de boerderijen van de omtrek.

Bron: Het Nieuwsblad 13/5/18