Kasteel de l'Escaille

Op de plaats van het huidige kasteel stond in de 15 de eeuw  “ ‘t Hof van Boeslinter”. Jan van Boeslinter was de oorspronkelijke eigenaar. Later ging het kasteel naar Peter van Grieken en raakte het bekend als “ ‘t Hof van Grieken”. Na enige overdrachten kwam het kasteel in het bezit van Gabriel-Michiel-Frans de l’ Escaille, heer van Amours (1706-1780). Hij was hoofdmeier van Tienen. Door huwelijken kwam het in handen van de familie De Turck.

Emanuel - Ambroos J. de Turck de Kersbeeck (1786-1863) liet op het goed een aanzienlijke pachthoeve bouwen. Zijn kinderen Theodore, Louis en Sylvie braken ze af en bouwden op het einde van 1800 het eerste gedeelte van het huidige kasteel. Omstreeks 1910 werd er een eerste vleugel bijgebouwd en de laatste volgde rond 1930.

Het gebouw is in baksteen opgetrokken met hoeklijsten, vensterlijsten, horizontale speklagen en een plint in zandsteen. De gevels zijn trapgevels met ingewerkte dakvensters. De meeste vensters zijn voorzien van kruismonelen. De kleine vensters hebben een stenen dwarsbalk op 3/5 hoogte. Ongeveer in het midden staat een achthoekige toren met steigergaten onder de spits. Bovenaan bevinden zich kleine dakvensters en een lantaarn, die bekroond wordt met een peervormige top.

Een mooie moerascypres (Taxodium distichum) staat naast het kasteel bij een kleine vijver en een mooie oude magnolia siert het gazon voor het kasteel. Tussen de parkbomen staat ook nog een “tulpenboom“ (Liriodendron tulipiferum).

Het kasteel wordt nog steeds bewoond door de familie de l’ Escaille.