Overslaan en naar de inhoud gaan

Witte brigadeDeze foto van weerstanders van de Witte Brigade werd genomen in Boeslinter in deelgemeente Bunsbeek in het huis van Henri Lijcops (Henkes). In deze woning kwam de Witte Brigade steeds samen om te vergaderen en hun verzetsacties voor te bereiden. Op de foto: Kamiel Collaerts uit Bunsbeek (zittend), Louis Reniers uit Bunsbeek (links staand), Theofiel ‘Pagge’ Tuteleers uit Bunsbeek (midden staand) en Louis Denruyter uit Tienen (rechts staand). Tot de Witte Brigade van Boeslinter behoorden verder ook nog de broers Arthur en Gaston Buyninckx, Jef Bruyninckx, Jef Harry, Louis Mertens, Louis Reniers en Louis Andries. Zij zaten bijna allemaal verscholen bij Milleke Verhaege op Schaffelberg. Theofiel Tuteleers werd kort nadien rijkswachter en Louis Andries werd gemeenteraadslid en schepen in Glabbeek. Het verhaal achter deze foto en de Witte Brigade in Boeslinter is gebaseerd op een getuigenis van Georges Tuteleers.

De Witte Brigade

Witte BrigadeHet Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog is de verzamelnaam voor alle personen en groepen die tijdens de Tweede Wereldoorlog weerstand boden tegen de Duitse bezetting van ons land. Het verzet wordt ook wel de “weerstand” genoemd, en verzetsleden “weerstanders”. In de volksmond werden al deze verzetsleden “de witten” genoemd, terwijl men de landgenoten “collaborateurs” die samenwerkten met de Duitse bezetter de “zwarten” noemde. Mede daardoor werd de naam “Witte Brigade” door niet-ingewijden gebruikt om er alle verzetsgroepen mee aan te duiden. Naast de Witte Brigade waren voornamelijk het Geheim Leger en de Nationale Koninklijke Beweging (N KB) de meest bekende verzetsgroepen tegen de Duitse bezetter. De activiteiten van de Witte Brigade verschilden weinig van die van de andere verzetsgroepen. De belangrijkste activiteiten van het verzet waren het verspreiden van anti-Duitse propaganda, het aanleggen en bijhouden van lijsten van collaborateurs, het saboteren van de Duitse bezetter, geallieerde soldaten verbergen en helpen vluchten voor de Duitsers en het verwerven van militaire inlichtingen over de bezetter. Het verzet zorgde ook voor diegenen die moesten onderduiken, men zocht schuiloorden voor deze mensen, bracht hen voedsel en bezorgde hen ook valse paspoorten en werkvergunningen om ze van vervolgingen te vrijwaren. Tot 1942 bleef de Witte Brigade gespaard van verraad en aanhoudingen, begin 1943 kwam daar een grote verandering in. Zo werden bijna 1/3 van de leden van de Witte Brigade eind 1943 en in 1944 door de Gestapo ingerekend en een 700-tal werden naar de concentratiekampen gevoerd. In al onze dorpen waren er verzetsstrijders actief die mee een belangrijke rol gespeeld hebben in de bevrijding van ons land.

Bronnen
André Bruyncinkx
Georges Tutteleers
Uit de publicatie