In de eerste jaren van de 17de eeuw werd de parochie tijdelijk bediend door de pastoor van Glabbeek. In 1613 verkreeg de pastoor de tienden van het kapittel van Tongeren.
Later bediende de pastoor van Kapellen en Kersbeek ook de parochie van Molenbeek. Na het concordaat bleven de parochies van Kapellen en Kersbeek nog een tijd met elkaar verbonden. Vóór 1619 was er gedurende enkele jaren geen pastorie te Kapellen. Men gebruikte het gildehuis bij het kerkhof.
Omstreeks 1619 bouwde men een pastorij bij het gildehuis. Omstreeks 1745 was de pastorie bouwvallig geworden en niet meer bewoonbaar. De pastoor verbleef bij een landbouwer.
In plaats van de pastorie te verbouwen, besloot men een nieuwe te bouwen. Men bekwam een lening van 1200 florijnen en op 5 oktober 1753 startten de werken. Op de voorgevel staat het jaartal 1754. De pastorie staat naast het kerkhof onmiddellijk bezuiden de kerk.
Het is een eenvoudig bakstenen gebouw, dat oorspronkelijk alleen een gelijkvloers had. De verdieping werd later bijgebouwd.
De verdeling is klassiek: een deur in het midden met links en rechts twee ramen. Ze zijn omlijst met zandsteen: de vensterdorpels zijn later vervangen. De deur heeft een geprofileerde omlijsting met bovenaan een steekboog.
De bijgebouwen zijn later aangebracht.
Sinds december 2006 woont er geen pastoor meer.
Meer info op www.kerkglabbeek.be